Vandaag neem ik jullie weer verder mee in mijn ontwikkeling in schilder- en tekenland.
In het schilderen kon ik mijn spreekwoordelijke ei kwijt. Het was een fijne afwisseling van mijn kantoorbaan. Tevens moet ik eerlijk bekennen dat er periodes bij zijn geweest dat ik echt geen zin had om te schilderen. Waarschijnlijk lag dat ook aan het werk wat ik deed. Daar zat voor mij weinig uitdaging meer in en dan kom je in een neerwaartse spiraal terecht. Dat had zeker invloed op mijn schilderen.
Toch wilde ik meer. Vaak was het zo als ik iets geschilderd had, was het ook (bijna meteen) verkocht. In het schooljaar 2005-2006 ben ik de opleiding schilderkunst gaan doen aan de academie voor Schone Kunsten in Arendonk, België. Dit was een erg leerzaam jaar. Zowel op kleurgebied als composities. Ik was een goede en ijverige leerling. De hele dag was je zeer intensief bezig. Zo intensief dat ik geregeld in slaap viel op de parkeerplaats van de academie. Na mijn dutje kon ik naar huis rijden. Omdat ik zo leergierig was ging ik ook bij de hogere leerjaren kijken. En het viel me op dat alle kunstwerken op elkaar leken. Ze waren vrij donker en grof. Dat was niet echt mijn ding. Bij de eindejaarsexpositie kwam de donkerheid van de schilderijen echt op me af. Ik was al door naar het tweede jaar, maar wilde ik dit wel! Ik heb gepraat met twee leerkrachten waar ik een goede band mee opgebouwd had om mijn twijfel uit te spreken. En ze gaven aan dat het voor mij beter was om te stoppen. Ik zou erg veel kunnen leren, maar in 7 jaar zou ik dan wel omgebogen zijn naar een totale andere stijl. En dit was niet wat ik wilde. Ze vonden dat ik al een eigen stijl had en daar mee verder moest gaan. Dus ik ben gestopt na 1 jaar. En wat nu. Ik zag het toch een beetje als falen toentertijd. Nu achteraf zie ik het als een krachtig optreden.
Dus ik ging gewoon weer verder met op woensdagavond schilderen in het wijkgebouw. Af en toe volgde ik een cursus, verkocht ik iets en leerde mezelf dingen aan. Voor dat moment was dat goed.