Vandaag neem ik jullie mee naar het verleden en ga ik iets vertellen over hoe mijn liefde voor het tekenen en schilderen is ontstaan.

Als klein meisje was ik altijd al bezig met het natekenen van afbeeldingen. We waren geabonneerd op de Donald Duck. En wat is er leuker dan Dagobert, Donald, Goofy of een ander stripfiguur na te tekenen. Vooral het tekenen met een gewoon potlood vond ik geweldig. Kleurpotloden waren aan mij bijna niet besteed. Toch probeerde ik het wel. Soms tekende ik ook andere dingen na, zoals een kerk of zo.

Ik haalde veel plezier uit het tekenen in de leeftijd van de lagere school. Toen ik naar de middelbare school ging had ik het eerste jaar een hele fijne leraar. Door hem werd ik ook gestimuleerd om door te tekenen. Het jaar daarna kreeg ik helaas een andere leraar die mij niet stimuleerde maar eerder afkraakte in wat ik deed. Totdat ik een super kinderachtige tekening maakte (een auto in de vorm van een ei!) en ik een 9 kreeg. Ik was hier zo van over mijn toeren dat ik besloot geen les meer bij hem te volgen. In die tijd was ik erg verlegen, dus hoe ik dat voor elkaar heb gekregen weet ik niet meer. Maar ja, het kwaad was al geschied. Ik heb daarna jaren geen potlood meer aangeraakt.

Hieronder een tekening van een oog, deze heb ik een paar jaar geleden gemaakt om te kijken of ik nog kon tekenen. Ogen zijn voor mij heel belangrijk. In mijn dierenportretten die ik maak ik opdracht, staan deze centraal. Deze moeten kloppen, zodat de baasjes hun dier herkennen. Hoe ik uiteindelijk toch weer verder ben gegaan kun je lezen in mijn  volgende blog.